- Mijn Dingen
- Wageningen
- Koeien
- Eilanden
Detail van Gelre. Vereeniging tot beoefening van Geldersche Geschiedenis, Oudheidkunde en Recht. Bijdragen en Mededeelingen. Deel XL. 1937 |
|
Gelre. Vereeniging tot beoefening van Geldersche Geschiedenis, Oudheidkunde en Recht. Bijdragen en Mededeelingen. Deel XL. 1937 Arnhem, S. Gouda Quint, 1937. Geïllustreerd, softcover, octavo, 24,4x16,3cm, 311 pp. p. 45-92. Uit de kerkelijke geschiedenis van Wageningen, door H.L. Driessen. Met 1 plaat. p. 291. Boekaankondiging 1. Ir. W.A.J. Oosting, Bodemkunde en Bodemkarteering, in hoofdzaak van Wageningen en omgeving. Proefschrift Wageningen 1936.: Dit boek, waarmede de schrijver den graad van doctor in de landbouwkunde heeft verworven, heeft betrekking op een tak van wetenschap, die in ons vaderland nog maar weinig beoefend is, maar steeds meer de aandacht trekt. De bodemkunde behoort ook wel niet rechtstreeks tot de door onze vereeniging beoefende wtenschappen, maar zij houdt er toch nauw verband mee. De titels der hoofdstukken VIII (Bodemkunde en oudheidskunde) en IX (Iets over de geschiedenis van Wageningen, Renkum en Bennekom) van het boek van Ir. Oosting nemen allen twijfel weg aan de mogelijkheid om in de studie van de Geldersche geschiedenis, oudheidkunde en recht ook die der bodemkunde te betrekken. De schrijver heeft bij de beoefening van zijn vak een bijzondere belangstelling verkregen voor de geschiedenis van het stuk van den Gelderschen bodem, dat hij in zijn proefschrift behandelt. Op grond van daar ingestelde onderzoekingen toont hij aan, dat niet alleen geologische kenmerken, maar ook historische bijzonderheden uit alle tijden, waaruit we ze kunnen opsporen, van beteekenis kunnen zijn voor de kennis van den bodem uit landbouwkundig oogpunt en het in kaart brengen van dien bodem. Zonder mij aan een beoordeling van de wetenschappelijke waarde van het boek te wagen, beveel ik de lectuur er van gaarne aan aan hen, die een meer dan oppervlakkige belangstelling hebben voor het verleden van ons gewest. Het is te wenschen, dat er meer dergelijke studies het licht zullen zien. Ik vestig de aandacht op de fraaie afbeeldingen naar kaarten, die in het Rijksarchief te Arnhem worden bewaard, en op de uitvoerige literatuuropgaaf aan het slot. Naar zoekformulier |