- Mijn Dingen
- Wageningen
- Koeien
- Eilanden
Detail van Landbouwscholen in Wageningen: naar aanleiding van honderd jaren colleges in de bosbouwcultuur 1883-1983 |
|
Bosch, H. van den Landbouwscholen in Wageningen: naar aanleiding van honderd jaren colleges in de bosbouwcultuur 1883-1983 Wageningen, Landbouwuniversiteit Wageningen, 1986. Geïllustreerd, hardcover, 24,5x16,9cm, 392 pp. met erratum. Deze uitgave is tot stand gekomen met medewerking van de stichting Landbouwhogeschoolfonds en van de stichting 'Fonds Landbouw Export Bureau 1916/1918'. Omslagontwerp: Ernst van Cleef. Omslagfoto: Villa Hinkeloord. De blinden zijn er al veertig jaar af. Druk: Grafisch bedrijf Ponsen en Looijen - Wageningen. Publicatiedatum: 28 januari 1987 (door H. van den Bosch) Geschiedenis Wageningse landbouwscholen belicht Boek over 100 jaar colleges boscultuur WAGENINGEN - Naar aanleiding van 100 jaar colleges in de boscultuur (1883-1983) schreef H. van den Bosch het boek 'Landbouwscholen in Wageningen'. Dit onlangs verschenen boek geeft de lezer historische, op de Nederlandse situatie geënte achtergrondinformatie bij het internationaal symposium dat in september 1983 ter gelegenheid van 100 jaar bosbouwonderwijs in Wageningen werd gehouden. De schrijver is medewerker van de vakgroep Boshuishoudkunde van de Landbouwhogeschool te Wageningen. In zijn 'Woord vooraf' zegt de schrijver onder meer dat hij 'voor een goed zicht op het bosbouwonderwijs' ook de ontwikkeling van het landbouwonderwijs in Nederland heeft opgenomen. Het bosbouwonderwijs is immers een onderdeel van het landbouwonderwijs. Ook de voorgeschiedenis van de Rijkslandbouwschool wordt daarom in het boek opgehaald. De ontwikkeling van het landbouwonderwijs in Nederland verliep erg stroef. Er was namelijk geen ministerie van landbouw, geen directie van landbouw en geen directie van landbouwonderwijs. De worsteling om het tot stand brengen van landbouwonderwijs in Nederland vond vooral in de achttiende en negentiende eeuw plaats. In de achttiende eeuw werd er eigenlijk alleen landbouwonderwijs gegeven op de lagere scholen op het platteland. Predikanten Het is aardig om te lezen dat in die tijd het landbouwonderwijs op de lagere scholen vooral werd gegeven door de plattelandspredikanten. Dit hield verband met het lage traktement van de predikanten in die lijd. Aan het begin van de negentiende eeuw moesten aanstaande predikanten zelfs verplicht de colleges landhuishoudkunde volgen bij hun theologiestudie. Na verzet van de theologiestudenten en vanuit de synode van de Hervormde Kerk is deze verplichting afgeschaft. In de negentiende eeuw vraagt men zich steeds af wat toch de inhoud van het landbouwonderwijs moet zijn. Wel waren er aan het eind van de achttiende eeuw colleges met betrekking tot landbouwkundige onderwerpen gegeven aan verscheidene hogescholen. In 1842 is er sprake van een landbouwkundige school in Groningen en in deze tijd geven landbouwmaatschappijen ook les aan hun leden. Tot een echte doorbraak komt het echter pas in de tijd van koning Willem III. Het Rijk ziet dan het belang in van goed landbouwonderwijs, wat in 1863 resulteert in de Wet op het Middelbaar Onderwijs. Ten gevolge van deze wet kan onder meer in 1873 een Gemeentelijke Landbouwschool in Wageningen geopend worden. Op grond van de eerder genoemde wet uit 1863 krijgt de Wageningse landbouwschool in 1876 de status van Rijkslandbouwschool. Begintijd Een aparte paragraaf is gewijd aan de eerste twee directeuren van deze school. Deze paragraaf geeft de moeilijke situatie in de begintijd weer. Door een ondoelmatige opzet van de school en door een verkeerde zuinigheid van de regering blijken er veel reorganisaties nodig te zijn. Op 1 september 1883 is het dan zover. De eerste leraar houtteelt wordt aangesteld, omdat houtteelt in het lesprogramma van de Rijkslandbouwschool van Wageningen wordt opgenomen; ook is er dan sprake van een aparte cursus boswezen. Naar aanleiding van het zojuist vermelde heeft Van den Bosch zijn 'Landbouwscholen in Wageningen' geschreven. In 1904 wordt de Rijkslandbouwschool opgesplitst in vier zelfstandige scholen. Dit zijn de Rijkslandbouwschool, de Rijkstuinbouwschool, de Rijkshogereburgerschool en de Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Bosbouwschool. Hierna gaat het Rijk er echter steeds meer van uit dat de landbouwwetenschap één geheel is, dat zijn eigen eisen moet kunnen stellen. Dit resulteert in 1918 in de oprichting van één eigen instelling, de Landbouwhogeschool te Wageningen. De schrijver behandelt vervolgens de historische ontwikkeling van de Landbouwhogeschool, het bestuur en de organisatie, het onderwijs en studierichtingen. Vanzelfsprekend gaat de schrijver dieper in op het bosbouwonderwijs. Het bosbouwonderwijs zorgde tot 1940 vooral voor de opleiding tot houtvester voor het boswezen in Nederlands Indië. Dit beeld is nu heel anders. Naar aanleiding van loopbanen enquêtes krijgen afgestudeerden thans inzicht in hun arbeidsmarkt. Betekenis Rest ons de vraag naar de betekenis van het boek voor het toekomstig land- en bosbouwonderwijs. De schrijver geeft dit door middel van een citaat in zijn 'Woord vooraf' zelf aan: 'Kennis van de historie is noodzakelijk om het heden te begrijpen en goede plannen voor de toekomst te kunnen maken'. Het is daarom vreemd dat wij die 'goede plannen voor de toekomst' in het boek niet kunnen lezen. Als reden daarvan noemt de schrijver in zijn 'Woord vooraf' het feit dat gewacht moet worden op de resultaten van de nieuwe Onderwijsprogramma's ingevolge de Wet op de Tweefasenstructuur. Deze nieuwe programma's zijn immers na uitvoerige studies door richtingsonderwijscommissies tot stand gekomen. In het boek is dan ook de nieuwe studie-opzet opgenomen 'zonder nu aan te geven in welke richting het (bosbouw)onderwijs zich verder dient te ontwikkelen', aldus de schrijver. Het boek geeft veel historische informatie over zowel land- als bosbouwonderwijs, met name in Wageningen. In het boek zijn veel bijlagen en kopieën opgenomen. Het is jammer dat er twee fouten gemaakt zijn: er is een bladzijde verwisseld en de ondertiteling van het boek is niet juist (bosbouwcultuur in plaats van boscultuur). Het boek maakt geen aanspraak op volledigheid. Zo ontbreekt een beschrijving van het wetenschappelijk bosbouwkundig onderzoek. Ook is er weinig aandacht besteed aan de samenhang tussen landbouw en houtteelt. N.a.v. "Landbouwscholen in Wageningen" door H. van den Bosch; 392 blz.; uitgave Kniphorst's wetenschappelijke boekhandel, Wageningen; prijs 29,75 gulden. Naar zoekformulier |